Inventarisatie FNRS springwedstrijden in 2017

Ruiters en amazones, we zijn aan het inventariseren of we volgend jaar naast de FNRS dressuurwedstrijden ook FNRS springwedstrijden gaan organiseren. Hieronder staat een stuk beschreven wat een FNRS springwedstrijden inhoudt. Lees dit goed door en geef dan aan of je interesse hebt hieraan mee te doen (en met welk paard / welke pony). Bij genoeg animo gaan we verder uitzoeken wat de mogelijkheden zijn! Je mag meedoen als;

  • Je minimaal 1 promotiepunt in de F6 heb behaald.
  • Je meerdere keren heb meegedaan in de springles.
  • En je instructrice zal ook nog beoordelen of je voldoende kan springen om mee te doen.
  • Of met je eigen paard/pony en in het bezit bent van een FNRS paspoort.

Springen
Springen is een onderdeel van de paardensport waarin de ruiter het paard over verschillende hindernissen laat springen. Bij het springen neemt de ruiter de verlichte zit aan, zodat de rug van het paard wordt ontlast tijdens de sprong. Het is belangrijk dat alle hindernissen worden gesprongen, maar ook je houding/ zit en het rijden tussen de hindernissen wordt naar gekeken.

Het parcours
Voor een springwedstrijd wordt een parcours gebouwd volgens een officiële FNRS tekening. Meestal zijn er 9 hindernissen met stijlsprongen en 1 of meer oxers en soms een dubbelsprong.  De hindernis hoogte is verschillend en kan voor pony’s variëren van 20 tot 60 cm, en voor paarden van 20 tot 80 cm. In welke klasse je springt hangt af van je promotiepunten waardoor je net als bij dressuur door gaat naar de volgende klasse.

Parcours verkennen
Vlak voordat de wedstrijd begint mag je het parcours lopend verkennen. Alle hindernissen hebben een cijfer van nummer 1 t/m 9. Met gekleurde vlaggetjes wordt aangegeven vanaf welke kant je de hindernis moet springen. Ook zal het nummer van de hindernis aan de rechter kant staan als je de hindernis springt.

De springwedstrijd

  1. Deel 1 spring je zo goed mogelijk over alle hindernissen. Dit hoeft niet zo snel mogelijk, maar wel binnen een bepaalde maximum tijd.
  2. Deel 2 is de barrage. Dan spring je minder hindernissen en gaat het om een foutloos parcours en de snelste tijd.

De eerste ronde
Tijdens het rijden van de springwedstrijd word je beoordeeld door een officiële FNRS jury.  Waar let de jury op?

  • Cijfer 1: Binnenkomen, halthouden en groeten.
    Hierbij kijkt de jury of je netjes de rijbaan binnenkomt. Je mag eerst even een rondje om het parcours draven, om zelf nog even te kijken en natuurlijk om je paard of pony de hindernissen een beetje te laten zien. Vervolgens rijd je naar de jury toe en groet je. De jury laat een bel horen, waarna je mag beginnen met het springen van het parcours.
  • Cijfer 2: Wijze van rijden tussen de hindernissen.
    Het is de bedoeling dat het parcours in de juiste galop wordt afgelegd. Als je in de verkeerde galop zit dien je dit te corrigeren. De jury kijkt of je het paard of de pony goed naar de hindernissen toe rijdt. Je hoeft niet het gehele parcours in verlichte zit af te leggen. Als je een balkje er af rijdt krijg je 4 strafpunten. (Let op: je kan ook  uitgebeld worden bij bv. 3 weigeringen of als je niet binnen de tijd het parcours heb gesprongen).
  • Cijfer 3: Houding en zit.
    De jury kijkt of je houding en zit goed is tijdens het springen en  of je in evenwicht en recht zit tijdens de sprong. Ook wordt er op gelet of je netjes mee gaat tijdens de sprong en je het paard of de pony niet hindert. Ook kijkt de jury of jouw been-, hoofd- en handhouding tijdens de sprong correct zijn.

De drie onderdelen hebben een eigen wegingsfactor. Cijfer 1 telt 1x mee, cijfer 2 en 3 de tellen drie keer mee in het uiteindelijke puntenaantal. Als je voor de drie onderdelen samen 49 punten of meer behaalt, krijg je twee promotiepunten. Behaal je 42 tot 48 punten, dan behaal je één promotiepunt. Als je minder dan 42 punten behaalt, krijg je geen promotiepunt.

De barrage.
De tweede ronde wordt een barrage genoemd. Bij de barrage gaat het er om wie van degene die voldoende punten hebben gehaald in de eerste ronde, nu in de tweede ronde, de barrage, de beste is. Je mag pas barrage rijden als je in de eerste ronde minimaal 45 punten hebt gehaald (systeem A).  Er is ook een systeem waarbij je alleen de barrage mag rijden als je foutloos hebt gereden (systeem B). Wij bepalen per wedstrijd voor welk systeem we kiezen.

Voor de barrage spring je niet alle hindernissen. Op de tekeningen van het parcours staat aangegeven welke hindernissen in de barrage gesprongen moeten worden en in welke volgorde. Je hoeft voor de barrage begint, de jury niet te groeten.

Maar bij een barrage is een foutloze ronde de eerste bepalende factor en bij gelijke stand speelt de tijd een doorslaggevende factor. Heb je dus een fout gemaakt in de barrage gaat een foutloos parcours in de klassering voor een sneller parcours. Dus als je een balkje er af rijdt krijg je strafpunten en dan zal je ondanks dat je de snelste tijd het gereden, misschien toch niet hebben gewonnen omdat een andere ruiter weliswaar langzamer was, maar foutloos heeft gereden.

De snelste tijd haal je niet door zo hard mogelijk een parcours door te racen. Bedenk dus dat een foutloos gesprongen parcours vaak een betere klassering oplevert dan een snel gesprongen parcours met een hindernisfout. Dus tijdwinst verkrijg je door:

  • het verkorten van de te rijden lijn; schuin springen en scherpe wendingen
  • korte wendingen met behoud van impuls, balans en ritme
  • een galopsprong minder rijden
  • na de landing snel verder kunnen galopperen
  • het verhogen van het grondtempo met behoud van ritme en de juiste aanleuning
  • de hindernis niet in het midden springen•
  • in de juiste galop landen

Welke klassen zijn er?
Bij het FNRS Springen wordt de klasse bepaald door de hoogte van de hindernis. S30 is een hoogte van 30 cm, S50 een hoogte van 50 cm etc. De klassen lopen steeds met 10 centimeter op, totdat S90 is bereikt. S90 is de hoogst haalbare klasse bij het FNRS Springen. Voor de S60 en S80 kan bij 10 promotiepunten een diploma behaald worden. Wij vragen de diploma’s aan bij het FNRS kantoor in Ermelo. Wanneer een ruiter 15 promotiepunten in een klasse heeft behaald, moet de ruiter over naar de volgende klasse om daar promotiepunten te gaan halen.

Meer informatie over Vaardigheid & Oefenspringen vind je op de website van de FNRS.